van Doorn family tree

Reg.Arch.Rivierenland:
ORA. Ambt Neder-Betuwe, vrijwillige rechtspraak, akte van bezwaar, kerspel Lienden, inv. 8 (1639-1672);
9-4-1665, f. 123: Wij Jan van Houven ende Elijsabeth van Wijck, EL, als principalen ende wij Herman Janssen van Lettingen ende Aeltjen van Vincelaer, EL, mede-, als borgen ende mede pricipaell, de voorsen vrouwspersoon haere mannen ijder tot haere momberen gekosen hebbende, bekennen schuldich te zijn aen d'eerbare Henrica Gerrits Musch -jongedochter ende haeren erven de somme van 300 gulden, die wij belove wederomme te restutieren binnen de stadt Tiel aen handen voornoemt, nevens 6 gulden, 5 stuiver van ijder hondert tot intresse als huijden over een jaer. Edoch soo het gebeurde de restitutie alsdan langer vertogen werde, met believe van thoonder deses, soo sullen wij gehouden blijven naer advenant des tijts intresse als voorsen te belaelen. Mit die conditie nochtans dat in val wij binnen twee maenden naer den verschijnsdach quame te voldoen, dat wij alsdan met vijf gulden - tien stuijver van ijder hondert tot intresse sullen mogen volstaen. Tot onderpandt stellen wij Jan van Hoeven ende Elijsabeth van Wijck, EL, eerstelijken huijs ende hofstadt met den boomgaert groot omtrent een hont in de heerlijkheijt Lienden gelegen. .., ofte wie etc., ende voorts gereet ende ongereet. Is gedateert den 9e april 1665 ende onderteijckent Jan van Houven, Elijsabeth van Wijck, Herman Jansen van Lettingen, Aeltjen van Vincelaer. Teste me Bernt van Pouderoijen-secretaris 1665.
In de marge: Siet 128. De weduwe van Hans van Hoeven verklaert dese penningen te hebben voldaen, doch de obligatie door den brant int Assegat vermist, daerom alhier ter goeder trouw gecassert den 28e november 1710.

11-4-1665, f. 128: Wij Johan van Houven ende Elijsabeth van Wijck, EL, sijn schuldigh aen Herman Jansen van Lettingen vermanens schadeloos brief 300 gulden capitaels, intrest 6 gulden- 5 stuijver gedateert 9e april 1665, competeerende de eerbare jongedochter Henrica Gerrits Musch resederende binnen de stadt Tiell. Tot onderpandt huijs ende hoffstede metten boomgaert groot omtrent 1 hont gelegen in de heerlicheijt Lienden. Gecasseert de XIe april XVI C vijff ende sestich ende ontderteijckent Jan van Hoeven, Elijsabeth van Wijck. Geregiestreert den XXV julij 1665. Mij Bernt van Puderoijen- secretaris.
In marge: Siet hiervan 123 voorsen gecasseert deb 28e november 1716 (1710!!).

27-7-1669' f. 180 (aenspraeck): Dirck van Rossendael als het recht hebbende van sijn vader Herman van Rossendael wegen den boedel van zaliger Aert van Rossendael - aenlegger ende arrestant spreeckt aen met recht Herman Jansen van Lettingen - gearresteerde ut in scriptis.
Compareerde Gevert van Brenck, beloofde binen 14 dagen aen scholtus Rossendael te betaelen soodane F
13-4-8, mette costen daer opgelopen, soo Herman Jansen van Lettingen aen den selven scholtus is verschult, daervoor sijne goederen verbindende om in cas van nalatigheijt daerop als schult, voor alle rechten verwonnen, te mogen worden geprocedeert met coopbiedinge. Actum in juditio den 27e julij 1669.
ORA Ambt Neder-Betuwe, bank van Kesteren, vrijwillige rechtspraak, kerspel Maurik, inv. 223 (1660-1731):
fol. 56v, 24-09-1665
Tussen Elisabeth van Vincelaer, wed. van Dirck van Hattum, Herman Jans van Lettingen en Jan Geurts is een magescheid opgericht. Aan de wed. is ten deel gevallen: Huys, hoff, boomg., enz., 6 mn, met nog 3 1/2 mn, aangekocht van Aeltgen van Eck, idem het gebruick van St Catarine goederen, idem huysinge en hoffstadt op de korte hoeff. Aan Herman Janss en Jan Geurts: huis, enz., 4 mn op de Slaegh, de helft van 8 mn weylandt, ongedeeld liggende in de Huysmaeten; 1 1/2 mn bouwl. "Dautrix Dopmaet" opt Hornicxvelt. Herman Janss neemt tot sijn last 500 g aan Gerard van Hattum.
F. 67v: Herman Janse van Lettingen ende Aeltgen van Vincelaer, EL., hebben getransporteerd ende opgedragen aen Gerit Janse van Erck eenen halve morgen bouwlandt, genaemdt den Dopmaet, daer Oost Copers helft, Zuijden Hanrick van Wijck, West den weduwe van Dirck van Hattum ende Noorden Capteijn Bodarides, vermogens transport brieff de dato 17-1-1668, ingescheven dd. 25-5-1668.
In marge: Transport.
ORA. Ambt Neder-Betuwe, bank van Kesteren, vrijwillige rechtspraak, akte van bezwaar, kerspel Ommeren, inv. 239 ( 1660-1739):

21-3-1661, f. 22: Herman Jans van Lettingen ende Aeltgen van Vincelaer, EL, hebben schuldigh jonker Steven van den Steenhuys tweehondert gl., c.i., uyt vier mergen weylandts op Spilbergh.. Den 21e marty 1661. Geregistreert en 23 e dito.
In marge: 't Recht deses briefs is door jonker van Steenhuys gecedeert aen Hubert van Wijck ende door denselven aen doctor Blanken insecuriteyt van een obligatie den 8e juny 1661 aen hen gepasseert.

9-4-1662, f. 23v: Herman Jans van Lettingen ende Aeltgen van Vincelaer, EL, hebben schuldigh bekent joffer Maria Catarina van den Steenhuys tweehondert gl., c.i., uyt vier mergen weylandt op Spilberg. Den 9e april 1662. Geregistreert den 15e dito.
In marge: 't Recht deses brieffs is getransporteert door jonker Steven van den Steenhuys qq aen Hubert van Wijck ende door denselven aen doctor Blancks in securiteyt van een obligatie den 8e juny 1668 aen hem gepasseert.

19-1-1664, f. 25: Herman Jans van Lettingen ende Altgen van Vincelaer, EL, promiserunt jonker Stevenvan den Steenhuys tweehondert gl. c.i., uyt 4 mergen weylandts op Ommeren, gen. Spilbergh. Den 19e jan. 1664. Geregistreert den 24e diro.
In marge: 't Recht deses briefs gecedeert aen Hubert van Wijck ende door denselve aen schrijver Blancks in secerite van een obligatie aen denselve gegeven.

18-6-1664, f. 25v: Herman Jans van Lettingen ende Aeltgen van Vincelaer hebben den 18e juny 1664 schuldigh bekent Evert Hermans driehondert gl. c.i., ende daervoor verbonden:
--3 Mergen, gen. de Zuylen
--Nogh 3 mergen, gen. den Dries.
--Nogh een mergen, gen. Heterenslandt.
Geregistreert den 18e juny 1664.
In marge: Evert Hermans heeft zijn recht getransporteert aen joffer Johanna van de Steenhuys den 13e july 1666 ende jonker Steven van de Steenhuys ende die aen doctor Blancks den 8e juny 1668 in securiteyt van een andere obligatie bij Herman Jans (van Lettingen) gepasseert.
28-12-1664, f. 27v: Herman Jans van Lettingen ende Aeltgen van Vincelaer, EL, promiserunt Marcelis van de Sand ende Cornelia van Niel, EL, tweehondert gl. c.i., ende daervoor verbonden huysinge ende hofstede aen haer (gelijck aen d'andere zijde) getransporteert door Jacob van Wijck, den 28e dec. 1664. Geregistreet den 13e jan. 1665.
In marge: 't Recht des bovenstaende briefs is gecedeert aendoctor Blancken in securiteyt van een obligatie den 28e juny 1668 bij Herman Jans (van Lettingen) gepasseert.

9-4-1665, f. 28v: Herman Jans van Lettingen ende Aeltgen van Vincelaer, EL, haer geconstitueert hebbende borgen voor Jan Dircks van Hoeve ter besetter van Henriva Gerrits Musch voor een somme van driehondert gl. c.c., hebben daervoor den 9e april 1665 verbonden een weycamp, gen. den Heuvell. Geregistreert den 14e april 1665.

19-8-1665, f. 29: Herman Jans van Lettingen ende Aeltgen van Vincelaer, EL, hebben schuldigh bekent den 19e aug. 1665 aen jonker Johan de Cock van Oppijnen duysent vijftigh gl., c.i., ende daervoor verbonden huysinge ende hofstadt gen. den Aschheuvel, groot vier hondt. Nogh eene mergen in den Engh, vier mergen weylant op Spilbergen ende nogh acht hondt boomgaerdt ende bouwlandt bij haerluyden als boven aengekoft van Aert Geverts. Geregistreert de. 19e aug. 1665.
28-2-1666, f. 29v (transport): Marten Gerrits ende Willemken van Grootfelt, EL, hebben getransporteert aen Harman Jans (van Lettingen) ende Aeltgen van Vincelaer vijff mergen weylandts, gen. de Heuvel.Den 28e feb. 1666. Geregistreerd den selven dito.

28-2-1666, f. 29v: Hermen Jans van Lettingen ende Aeltgen van Vicelaer, EL, promeserunt den 28e feb. 1666 aen Dirck Huydenraedt - man ende momber van Henriva Hack als 't recht hebbende van Marten Gerrits dartienhondert drieendartigh gl., zijnde reste van coopspenn. van de bovenste 5 mergen den Heuvel gen., die deselve daervoor hebben verbonden. Geregistreert den selven dito.

20-11-1665, f. 30 ( transport): Herman Jans van Lettingen ende Aeltgen van Vincelaer hebben opgedraegen aen Anthonis Jans van Westrhenen ende Anna Voncl sestien hondt weylandt. Ende daervoor tot waerschap gestelt huysinge ende hofstadt groot twee mergen, gen. de Aschheuvell, den 29e nov. 1665. Geregistreedt den 13e marty 1666.

8-6-1668, f. 33: Herman Jans van Lettingen ende Aeltgen van Vincelaer, EL, hebben schuldigh bekent doctor Henrick Blancken drieduysentv vierhondert gl. c.i., ende daervoor verbonden:
--Huysinge ende hofstede bij haer aengekoft van Aerdt Geverts ende Jacob van Wijck., gent. den Aschheuvel, groot twee mergen.
--Noch een camp weylandts groot 4 mergen, gen. den Hoevel ofte Spilbergen.
--Noch vijff mergen weylandts aengekoft van Marten Geverts, oock den Hoevel gen., naest de voors. 4 mergen ende dan nogh acht mergen naest de Zijvingh van Ommeren, daeronder begrepen het landt Zuylen.
--Ende dan noch een mergen in den Ommerenschen Engh. Den 8e juny 1668. Geregistreert den selven dito.

21-8-1667, f. 34: Herman Jans van Lettingen ende Aeltgen van Vincelaer, EL, promiserunt Heyltgen Cornelisse, weduwe van Geurt Cornelisse, tweehondert gl. c.i., ende daervoor verbonden drie mergen landts, gen. Zuylen. Den 21e aug. 1667 (1668). Geregistreert den 26e oct. 1668.

6-9-1669, f. 35: Herman Jans van Lettingen ende Aeltgen van Vincelaer, EL, promiserunt Peter Vastrick vierhondert vijff ende twintigh gl. c.i., ende daervoor verbonden camp weylandt, gen. Spilbergen, groot 4 mergen. Bij obligatie van 6 sep. 1669 ende alhier geregistreert den 1e dec. 1669.

13-5-1670, f. 36: Op Herman Jans van Lettingens goederen is besatinge gedaen door Reynier Hempinck voor acht ende sestigh gl, - 6 st. ende vijff a ses dosijn schapebeesten, den 13e may 1670. Geregistreert den 2e juny 1670.

9-1-1672, f. 40: Op Herman Jans van Lettingens goederen is besatinge gedaen door Thomas Broshuyck als volmachtiger van Vastrick voor seven ende seventigh gl. wegens verschenen rhenten ende daer verders te verschijnen over de helft van een capitael van vijffhondert gl., den 9e jan. 1672. Geregistreert de 14e may 1672.
ORA .Ambt Neder-Betuwe, vrijwillige rechtspraak,Bank van Kesteren, akten van bezwaar, kerspel van Maurik, inv. 223:

24-9-1665, f. 56v: Tussen Elisabeth van Vincelaer, weduwe van Dirck van Hattum, Herman Janse van Lettingen en Jan Geurts is een magescheid opgericht. . Aan de weduwe is ten deel gevallen: Huys, hoff, boomgaerdt, enz., groot 6 morgen met nog 3 1/2 morgen aangekocht van Aeltgen van Eck, idem het gebruik van St. Catarinagoederen, idem huysinge en hoffstadt op de Korte Hoeff. Aan Herman Jans (van Lettingen) en Jan Geurts: huis, enz, 4 morgen op de Slaegh, de helft van 8 morgen weijlandt, ongedeeld liggende in de Huysmaeten, 1 1/2 morgen bouwlandt "Dautrix Dopmaet", opt Hornicxvelt. Herman Jans (van Lettingen) neemt tot sijn last 500 gulden aan Gerard van Hattum.
ORA. Ambt Neder-Betuwe, bank van Kesteren, vrijwillige rechtspraak, akten van bezwaar, inv. 204 (1654-1686):

12-2-1657, 53v (Ommeren): Herman Janssen van Lethinghen ende Aeltgen van Vincelaer, EL, promiserunt aen Roeloff Janssen ende Trijntgen Rutgers, EL, tweehondert gl. c.i., uut eenen mergen boulants onder Ommeren in den Engh, gen. het Heterense Landt.Ende voorts ex omnibus. Actum den XIIe feb. anno 1657. Was bij de debiteuren onderteyckent, precent A. van Eck.

9-8-1655, f. 58v: Herman Janssen van Lettinghen vermeld als kerkmeester in Ommeren.

22-6-1664, f. 193 (transport, Maurik, Jan van Vincelaer qualitate qua Herman Jansz):
Jan van Vincelaer als bestevader van de kinderen van Willem van Vincelaer ende Herman Jans van Lettingen ende aeltgen van Vincelaer, EL, hebben opgedraegen aen Hubert van Wijck ende Benigna van Grootvelt, EL, (te weten Vincelaer voor de twee deelen ende Herman Jansz voor een darde gedeelte) den eijgendom van de helfte van ongeveirlick veertien hondt bouwlandts op Maurick gelegen genaemt het Biesecampken. Vermogens transportbrieff de dato lesten augustus 1655 bij de transportanten neffens Willem van Hattem ende Jan Thonisz beteijckent ende besegelt ende alhier geregistreert den 22e junij 1664.
RANB 204, als boven, kerspel Ommeren:

23-3-1661, f. 295v: Herman Jan Rutgers van Lettingen ende Aeltgen van Vincelaer, EL, hebben schuldigh bekent aen joncker Steven van de Steenhuijs een somme van tweehondert caroli gulden tot XX stuijvers 't stuck c.i., uut omtrent vier mergen weijlants op Spilbergh tot Ommeren gelegen. Vermogens obligatie de dato 20 martij 1661 ende alhier geregistreert den 23e dito.
In de marge: 't Recht deese briefs is door joncker Steenhuijs gecedeert aen Hubert van Wijck ende door denselven aen doctor Blancken in securiteijt van een obligatie aen hem gepasseert den 8e junij 1661.

15-4-1661, f. 297: Herman Jan Rutgers van Lettingen ende Aeltgen van Vincelaer, EL, hebben schuldigh bekent joffer Maria Catarina van den Steenhuijs ende haere erven een somme van tweehondert gulden, c.i., uijt vier mergen weijlandt op Spilbergh. Vermogens obligatie de dato 9 april 1662 bij de debiteuren beteijckent ende alhier geregistreert den 15e april 1662.
In de marge: 't Recht deses briefs is door joncker Steven van den Steenhuijs als volmachtiger gecedeert aen Hubert van Wijck ende door den selven aen doctor Blancken in securiteijt van een obligatie den 8e junij 1668 aen hem gepasseert.

13-4-1663, f. 297v: Herman Jansz van Lettingen ende Aeltgen van Vincelaer, EL, hebben schuldigh bekent joffer Maria Ruijsch een somme van duisent caroli gulden c.i., uijt seeckere sestien hondt weijlandts op Ommeren. Vermogens obligatie de dato 11 april 1663 bij den selven Herman Jansz ende Aeltgen van Vincelaer ende Henrick van Wijck als getuijge beteijckent, alhier geregistreert den 13e april 1663.