Hermann von Malsen + Ide de [Boulogne]

Facts and events

Marriage
about 1070
Note

Discussie http://www.kareldegrote.nl/Excursiones.htm#Lotharingen-Namen-Kuijc

Reeks 1 op kareldegrote.nl vertoont een zwakke schakel had in de vorm van een niet bestaande Ida van Boulogne die rond 1070 zou zijn gehuwd met Herman van Malsen. Met het schrappen van Ida verviel voorlopig de afstammingsreeks naar Karel de Grote, via de familie van de Heren van Cuijk. Dat Hendrik van Malsen/Kuyc die met Alveradis [van Hochstaden] huwde, af zou moeten stammen van Karel de Grote leek desondanks duidelijk. Hij was aanwezig bij een verkoop in 1096 door Ida van Lotharingen, weduwe van graaf Eustachius II van Boulogne, en haar zoon Godfried van Bouillon. Hendrik en Alveradis noemen bovendien hun "oudste" zoon Godfried.

Deze voornaam Godfried is een naam die niet te verklaren valt uit vernoeming naar moeders kant. Ook de mogelijkheid dat Godfried van Kuyc/Arnsberg zou zijn vernoemd naar een gelijknamige jongere oom heer Godfried van Kuyc, proost van St. Severijn te Keulen,proost van Xanten, en elect-aarts-bisschop van Keulen (1131) zou niet waarchijnlijk zijn.

Eerdere onderzoekers hebben zich bezig gehouden met een verklaring van de naam Albert in jongere generaties. Men zocht een huwelijk tussen Herman van Kuyc en een meisje uit de geslachten Van Namen, Durbuy, Laroche of Chiny, in welke families de naam Albert populair was. Een juiste en betrouwbare aanhechting van diens huwelijkspartner ontbreekt echter nog steeds. De naam Albert heeft het onderzoek in een verkeerde richting gestuurd. Toch was Coldeweij dicht bij de logische oplossing maar heeft hij verzuimd om dit pad van onderzoek nader te verkennen.

Wat met zekerheid bekend is (Coldeweij blz. 49-50) is dat er in 1193 vier Luikse bisschopskandidaten waren die de steun genoten van graaf Boudewijn van Henegouwen en Namen: Albert van Réthel; Albert van Kuyc; Otto van Valkenburg en Hugo van Pierpont. Alle vier waren bloed verwanten van graaf Boudewijn, maar Albert van Réthel was nauwer verwant aangezien hij de neef was van graaf Boudewijn.

Als we de doopceel lichten van alle betrokken verwanten dan blijkt een afstamming uit de graven van Namen als een rode draad te voorschijn te komen. Nog niet voor iedereen maar wel voor Boudewijn, Albert van Réthel en voor Hugo van Pierpont. Laatstgenoemde was een zoon van Hugo van Pierrepont, + ca. 1188 en van Clementia van Réthel, dochter van Gouthier van Réthel, + 1148 en van Beatrice van Namen, + 1160, dochter van graaf Godfried van Namen en diens 2e echtgenote Ermesinde van Luxemburg. Voornoemde Albert van Réthel was eveneens een zoon van Gouthier en Beatrice. Graaf Boudewijn van Henegouwen en Namen was de zoon van het rond 1130 (of 1125) gehuwde echtpaar Boudewijn IV van Henegouwen, + 1171 en Adelheid van Namen, + 1168, de jongste dochter van graaf Godfried van Namen.

Graaf Boudewijn van Henegouwen en Namen en Albert van Réthel waren dus volle neven, kleinzonen van Godfried van Namen. En Hugo van Pierpont was een één generatie verder verwijderde verwant. Ook tussen de Van Kuycs en Namen valt een link te constateren die Coldeweij elders (blz. 154-157) in zijn boek noemt. Ook Coldeweij verondersteld dat de Namense allodia die op de grens van de stad Namen en in Champion (bij Namen) lagen, terug te voeren zijn op de medegave van de gade van Herman van Kuyc. Coldeweij ging echter uit van een Herman van Kuyc die omstreeks 1130 huwde met een Van Namen. Het was Hermans zoon Albert van Kuyc, die van 1195-1200 bisschop van Luik was.

Aangezien de Luikse bisschop Albert van Kuyc een generatiegenoot was graaf Boudewijn van Henegouwen en Namen moet de onderlinge verwantschap iets verder gezocht worden als die tussen de graaf en diens volle neef Albert van Réthel. Het is onwaarschijnlijk dat de moeder van Albert van Kuyc een tante van graaf Boudewijn zou zijn geweest want anders zou Albert ook als "consobrinus" zijn betiteld. Aangezien de Van Kuycs later Namense allodia bezitten moeten we de verwantschap met graaf Boudewijn toch zoeken in een verwantschap uit de graven van Namen zelf. Een verwantschap proberen te reconstrueren via de graven van Laroche, Chiny of Durbuy kan derhalve achterwege blijven. Een medegave bij een dergelijke huwelijk zou voor de Van Kuycs een elders gelegen allodiaal bezit hebben opgeleverd.

De moeder van Albert van Kuyc kan gezien het voorgaande ook geen Van Namen zijn geweest. Diens grootmoeder Alverade [van Hochstaden] heeft gezien de publicatie van Henk Verdonk over haar (brochure 12 Alverade van Kuyc (1108-1131) en haar verwantschap, Lelystad 1999) een duidelijk "Duitse" afstamming. Derhalve kan niet anders geconcludeerd worden dat Namense verwantschap nog één generatie hoger gezocht moet worden. De echtgenote van Herman van Malsen moet een dochter uit het grafelijk huis van Namen zijn geweest.

In Gens Nostra 1991 (nr. 11/12, Het 2e deel van het Karel de Grote-nummer, blz. 364/684) vernemen we dat graaf Albert II van Namen op 10 augustus 1035 samen met zijn vrouw Regelindis van Lotharingen, en zoon Albert III (diens 1e en nog jeugdige vermelding) wordt vermeld. Op basis van Klaversma mogen we derhalve veronderstellen dat zoon Albert III in 1035 net de leeftijd van 7 jaar moet hebben bereikt. Hij zal dan minimaal in 1028 zijn geboren. Albert III overleed 22 juni 1102. Zijn huwelijk met Ida van Saksen wordt op 1066/1067 gesteld. Gezien zijn 1e vermelding in 1035 werd door de Werkgroep Middeleeuwse Vorsten Kwartieren voorzichtigheidshalve dit huwelijk als een waarschijnlijk 2e huwelijk betiteld. Andere aanwijzingen - behalve zijn "gevorderde leeftijd" - voor een eerder huwelijk ontbreken echter.

Uit het huwelijk van Herman van Malsen stammen diverse kinderen: opvolger Hendrik, een dochter [Heilwig] die in of kort vóór 1096 huwde met Arnold van Rode, Andreas van Kuyc de bisschop van Utrecht 1128-1139, en een Godfried van Kuyc + na 1134. Andreas van Kuyc begon zijn geestelijke loopbaan in Luik! Hij was vermoedelijk identiek aan een in 1095 genoemde aartsdiaken. In 1096 was hij (waarschijnlijk) aartsdiaken van de Kempen. Dat was een functie waarbij men minstens 20 jaar moest zijn. Andreas moet derhalve uiterlijk 1075 zijn geboren. Zijn Luikse loopbaan start is makkelijk verklaarbaar vanuit zijn moederlijke afstamming. Over de voornaam Godfried voor diens jongere broer en voor Herman van Malsen's oudste kleinzoon Godfried is reeds gesproken. Deze voornamen en die van tijdgenoot graaf Godfried van Namen zijn ontleend aan de afstamming van de graven van Namen uit het huis van Ardennen, hertogen van Neder-Lotharingen. Ook Godfried van Bouillon stamde via zijn moeder uit dit geslacht. Via deze Lotharingse afstamming is de aanwezigheid van Hendrik van Kuyc en (zijn zwager) Arnold van Rode bij de verkoop van 1096 op een logische wijze verklaard.

Herman van Malsen was dus gehuwd met een dochter van een graaf van Namen. Een zoon met naam Albert ontbreekt echter tussen zijn kinderen. Deze kan echter als kind zijn overleden of een geestelijke loopbaan hebben gekozen waarbij zijn afkomst onbekend is gebleven. Het huwelijk van Herman van Malsen plaatste Coldeweij op omstreeks 1070. Mijns inziens kan dit wel iets opgeschoven worden naar 1065/1070 omdat de periode tussen 1070 en 1075 wel iets te krap lijkt voor een Hendrik, een hypothetische zoon Albert, een zoon Andreas en wellicht een dochter die al in 1096 gehuwd was. Herman's vrouw zal rond 1065/1070 minstens een leeftijd van 20 hebben gehad. Aangezien er geen aanwijzingen zijn voor een eerder huwelijk van graaf Albert III van Namen, moet deze Namense echtgenote een dochter zijn geweest van graaf Albert II van Namen en diens echtgenote Regelindis van Lotharingen. Haar naam is niet bekend maar wellicht heeft ze [Ermengard] geheten naar de moeder van graaf Albert II. Laten we voorlopig maar van deze hypothese uitgaan.

Last change
November 23, 201414:04:08
Author of last change: ghvandoorn